geschiedenis

Vroeger bestond Zwitserland vooral uit gletsjers.  Het gebied van de stad Chur wordt waarschijnlijk al 11.000 jaar bewoond. Het gebied dat nu Zwitserland is, werd voor het eerst binnengevallen door de Romeinen in 197 v.Chr., toen zij Ticino veroverden in het uiterste zuiden; het overige land bleef evenwel nog lang onbezet. Zwitserland werd al door jagers in grotten bewoond zo’n 10.000 jaar voor Christus. In de Jura zijn voorwerpen gevonden die daarop wijzen. Ongeveer 8000 voor Christus verspreidden de mensen zich over de vlaktes die ontstonden na het afsmelten van de gletsjers. Ca. 6000 voor Christus vestigden zich volkeren uit het Midden-Oosten in Zwitserland. Er brak weer een oorlog uit die door de protestantse kantons onder leiding van Dufour in 1847 werd gewonnen. In 1848 werd een nieuwe grondwet opgesteld. Hierin kreeg het bondsparlement veel bevoegdheden, kregen bijna alle godsdiensten gelijke rechten en werd er een federaal gerecht ingesteld. Zeer belangrijk was ook dat de onderlinge verhoudingen zich herstelden en stabiliseerden. Hierdoor zette de industrialisatie zich in de 19e eeuw fors door. Het toerisme kwam op, wegen, spoorwegen en de eerste tunnels werden aangelegd

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb